De eerste paar dagen verbleef ik in de hoofdstad van de Faeröer eilanden, Tórshavn (ik word nu al moe van het typen van al die letters met accenten 😅). Eerst even het weer aanzien, aangezien het mijn plan was om twee week te gaan fietsen en kamperen. Maar niets is zo veranderlijk als het weer op de Faeröer. De eerste twee dagen was het behoorlijk mistig in de haven van Thor. Maar dat was wel een mooie gelegenheid om de stad eens te bekijken. Ik zeg stad, maar het is meer een uit de kluiten gewassen dorp. Maar wel een mooi pittoresk uit de kluiten gewassen dorp! Huizen in alle kleuren van de regenboog en in het oude centrum zie je nog de traditionele viking-bouwstijl; huizen met daken van gras.

Maar goed, hoe klein het land ook is, er valt natuurlijk veel meer te zien dan alleen de hoofdstad. Er zijn per slot van rekening 18 eilanden. Dus al te lang kon ik niet in Tórshavn dralen. Het was tijd om die fiets te huren en op avontuur te gaan. Nou, een avontuur was het zeker! Ik had op de kaart gezien dat de afstanden niet zo groot waren. Maximaal 40km fietsen op een dag, dat moet te doen zijn toch? Wat ik even niet op de kaart had gezien, was dat de wegen op en neer gaan. Duh, de eilanden zijn zo heuvelachtig als wat!

Eerst 10km naar de haven om de veerboot te pakken naar het eerste (of eigenlijk dus het tweede) eiland: Sandoy. Zandeiland (oy = eiland, vgl. oog als in Schiermonnikoog. Sand is… zand). De veerboot, waar ik even kon uitrusten van mijn eerste klim, voer ons van een zonovergoten dag recht een mistbank in. Aan de andere kant kon ik alweer lekker verder klimmen met de fiets. Gelukkig klaarde de mist vanzelf op en had ik verder toch nog een zonnige dag. Niet zo veranderlijk als Faeröer weer.

Ja, het fietsen, daar had ik me wat op verkeken. Er viel nog best veel te klimmen. Halverwege kwam ik een lokale bewoner tegen. Hij merkte op dat Sandoy het beste eiland was om te fietsen, omdat het zo vlak is. Ik merkte op dat het nou niet bepaald vlak was 😂. Eén voordeel: wat omhoog gaat, gaat ook weer naar beneden. Dus de beloning van een paar kilometer klimmen is dat je snoeihard weer naar beneden kan rausen!

Onderweg werd ik getrakteerd op fantastische uitzichten! Hoe kan ik het beter beschrijven dan met een paar foto’s?

Sandoy is zeker wel het rustigste eiland. Het nadeel daarvan is dat er ook vrij weinig te doen is, behalve genieten van het uitzicht. Eenmaal bij de camping aangekomen bleek dat er in dat dorp geen enkele winkel was. Ik had halverwege ergens een kaneelbrood en twee appels gescoord, dus dat was dan mijn lunch, avondeten en ontbijt. Maar het was heerlijk stil op de camping. Geen medekampeerders en het enige wat ik hoorde was de zee, wat vogels en af en toe een schaap. Wat heerlijk!

Ik had er zo nog een dag kunnen blijven, maar ik zat met mijn voedsel-uitdaging. Ik had geen zin om 15km heuvel-op-heuvel-af naar de supermarkt te fietsen en dan weer terug, dus ik besloot de volgende dag terug te fietsen naar Tórshavn. En zo stond ik een dag later op een camping in Tórshavn, met nog steeds stralend mooi weer. En deze keer met supermarkten en restaurants in de buurt 😃. Even tijd om weer op te laden en mijn optimistische plan te evalueren. En dat stralende weer zou snel veranderen. Maar daar over later meer!

3 reacties op “Í tokuni”

  1. Karel Schaftenaar schreef:

    ??? Hebben we wat gemist ,zo ineens vlak bij huis ??

  2. Nel Noppe schreef:

    Hoi Wubbo
    ik loop weer wat achter op het je achterna lopen. inmiddels zal je wel weer enkele keten zijn verkast. Overigens had ik er geen idee van dat de Faroer Eilanden uit 18 stuks bestonden. moet je er dan ook 18 dagen zijn? We gaan het zien.
    Deze staan trouwens wel op ons verlanglijstje, op weg naar IJsland.
    Vermoedelijk heeft een camper dan niet zoveel zin. Dat moeten we via jouw verslagen maar even proberen te ontdekken.
    Veel plezier daar

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *