Volgens Ajay moest ik Mustang zien, want dat was wel een heel mooi stukje Nepal. Moest ik een keer gezien hebben. Dus we gingen op een trip naar Mustang. Spoiler: de temperatuur was daar rond het vriespunt, dus dan heb je toch een beetje het kerstgevoel.

Onze eerste stop op reis was Beni. Dat is nog niet in Mustang, maar het kost dan ook twee dagen om dáár te komen. In Beni hebben we onszelf beide voorzien van een nieuw kapsel en een nieuwe zonnebril. Want ja, je moet er wel goed uitzien voor de kerst. En voor de foto’s natuurlijk. Als je haar maar goed zit…

De volgende stop was Jomsom (spreek uit: jzomsom). En had ik al verteld dat de wegen in Nepal slecht waren? Nou, dit was echt next level slecht. We hadden een jeep gehuurd die ons erheen bracht en dat was geen overbodige luxe. Nou ja luxe… het is beter dan de bus. En ja, ook bussen reden daar (dat je soms afvraagt: hoe dan?) We zagen voor ons een bus ternauwernood gered van de afgrond. Ja, rijden in Mustang is met recht een avontuur te noemen. We hadden ook kunnen vliegen, maar een recente gebeurtenis heeft mij geleerd dat ook niet de veiligste optie is.

Maar, we zijn veilig aangekomen in Jomsom. Na een overnachting hebben we een ronde door de omgeving gedaan. Via Muktinath, waar een hindoe + boeddha tempel staat. Gewoon een tempel, religie maakt niet uit. Daarna naar Kagbeni, een plaatsje waar je de typische Mustang bouwstijl kan zien met hout- en modderdaken. Verder naar het Dhumbameer, een recreatiemeer(tje). Side note: Mustang is een geliefde bestemming voor Nepalezen, in het bijzonder voor huwelijksreizen (waarschijnlijk populairder in de zomer). En dan hang je een beetje bij dit meer rond.

Als laatste deden we het plaatsje Marpha aan, waar een mooie appelboomgaard was. Mustang staat (in Nepal) bekend om de appels. Je kan nog net geen appeltaart vinden (gemiste kans…), maar wel appelwijn, appelcider, appelbrandy, noem maar op. Voornamelijk drank dus 😅

En toen moesten we weer terug. We besloten dezelfde dag nog naar Tatopani te gaan, zodat we de volgende in één keer door konden stomen naar Pokhara. Maar ja, we moesten vervoer zien te regelen. En dat vervoer liet rustig 4 uur op zich wachten. Dus daar zaten we dan, op eerste kerstdag, in een restaurant, ons te vervelen tot de jeep kwam.

Maar we zijn die dag nog in Totapani gekomen. En Ajay had mij een speciaal drankje beloofd, omdat het kerst was. Appelbrandy. Wat ik niet door had was dat we dat bij het avondeten kregen. Ik was stevig in de veronderstelling dat ik Raksi (rijstwijn) aan het drinken was, maar ik werd er wel heel erg aangeschoten van. Veel te aangeschoten voor wijn. Bleek dat het (verdunde) appelbrandy was. Tja. Vrolijk kerstfeest dan maar!

Op weg van Totapani naar Pokhara hadden we nog één stop: Baglung. In Baglung vind je twee noemenswaardige dingen: de langste brug van Nepal en een van de grotere hindoetempels. Dat moesten we natuurlijk ook nog even bekijken.

En zo keerden we na een nachtje in Totapani en een nachtje in Pokhara terug naar Bandipur. En zo zat mijn tijd in Nepal er bijna op. Ik sliep nog een nachtje in Bandipur en een nachtje in Kathmandu voordat ik naar India zou vliegen. Nu voor het echie. Maar dat vertel ik natuurlijk een volgende keer!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *